Assassin’s Creed: Origins Review

Eefje spoort haar kameel aan en maakt het oude Egypte onveilig in Assassin's Creed Origins

Het is altijd een spannend gegeven wanneer een traditiegetrouwe reeks een doorstart probeert te maken. Zal de game genoeg weten te vernieuwen zonder al te veel met de identiteit van de franchise te klooien? Is het na negen games überhaupt nog mogelijk om het vastgeroeste ritme te doorbreken? Het is een weinig benijdenswaardige taak die het team achter Assassin’s Creed Origins de voorbije jaren achter de rug heeft gehad want zelden is ontwikkelen zo een dans op het slappe koord tussen vertrouwdheid en vernieuwing geweest als bij deze game. Als je al even naar de cijfers gespiekt hebt weet je uiteraard dat het Ubisoft grotendeels gelukt is, daarom gaan we even opzoek naar de radertjes die Origins doen tikken. Welke elementen maken van Origins een geslaagde return to form voor Assassin’s Creed en welke valkuilen weet de reeks nog steeds niet elegant te vermijden?

Assassin’s Creed is altijd al een reeks geweest die het meeste van haar kracht putte uit de historische setting die fungeerde als excuus voor een sandbox vol ontdekking, geweld en zoeken achter veertjes en pagina’s. Zelfs de voorbije delen die bekritiseerd werden voor hun inspiratieloze achtervolgingsmissies werden naar een hoger niveau getild door hun respectievelijke achtergrond van de Franse revolutie in Parijs en het Victoriaanse Londen. Grotendeels. In Syndicate werd al duidelijk dat hoe dichter de games richting de moderne tijd opschoven, hoe saaier het boeltje werd. Het klauteren over de dakpannen van een Londen ten tijde van de Industriële revolutie captiveert gewoon niet zo hard als het springen van gebouw tot gebouw in het Middeleeuwse Rome. Dakpannen en schoorsteenrook spreken gewoon niet zo tot de verbeelding als een antieke setting doet. Ruim terug gaan in de tijd was dan ook de enige optie die Assassin’s Creed nog had en dat betekent dat we in het Egypte van 50 voor Christus, ten tijde van Cleopatra, terecht komen en kennis maken met nieuwe protagonist Bayek.  

Het Egypte onder Farao Ptolemaeus de dertiende doet veel voor Origins, erg veel. Dit Egypte is er al eentje van vergane glorie waarin het land geregeerd wordt door Grieken en de Piramides en standbeelden van goden en heersers reeds stokoude relieken zijn die verwijzen naar de voormalige hoogdagen. De grandeur is er nog, maar ze is stoffig en oud en een haast cynische herinnering aan een tijdperk dat lang vervlogen is, zoals zand in de woestijn. Tegelijk heb je ook een Egypte waarvan het volk bitter is, zich haast weemoedig vastklampend aan de herinneringen aan betere tijden, een Egypte dat een voedingsbodem is voor racisme, angst en agressie. Dat levert uiteraard een explosieve setting op om een videogame aan op te hangen, vooral ook omdat Ubisoft opvallend veel met het thema weet te doen. Het gaat om een land dat door buitenlandse mogendheden wordt overgenomen en de reactie die dat opwekt bij het trotse thuisvolk. Het gaat om een broer en een zus die strijden om een troon en het volk die daar de dupe van wordt. Het gaat over Godsdienstwaanzin en de donkere dingen die radeloze mensen doen op zoektocht naar een beter leven. Het gaat verrassend diep en donker en dat bevalt me wel. 

Ankerpunt in die setting is uiteraard Bayek en die ontpopt zich al snel tot een genietbaar hoofdpersonage. Hij is een Medjay, lid van de militie van de Farao en in essentie een soort van sheriff die de orde moet bewaren in een land in tumult. Hij heeft ondanks de serieuze materie waar hij mee te maken krijgt en ondanks het feit dat hij doodt uit wraak zeker en vast geen zwaarwichtig nors personage. Bayek heeft een zekere levenslust die verfrissend werkt als je gaat vergelijken met de droogkloot die Arno in Unity was. Nog beter aan Bayek is dat het personage ook geen loner is. Hij is gewoon getrouwd met Aya die fungeert als zijn partner in elke betekenis van het woord, een personage dat haar eigen motivaties en uitgesproken karakter heeft. Het is verfrissend dat Aya niet dient als bordkartonnen reden voor een wraakqueeste (in vroegere Creed-games had ze sowieso het loodje gelegd na een half uurtje), maar een belangrijke rol in het succes van de setting speelt. En ja, er zit inderdaad wederom een stukje in de hedendaagse tijd in de game verwerkt dat een stevige mythologie probeert uit te bouwen naar vervolgen toe, en nee, dat boeit nog steeds voor geen meter. Het is gelukkig een erg klein aspect van een game waarvan je bijna al je speeltijd in de zandbak van Egypte zal doorbrengen. 

Het Egypte van Origins mag dan misschien aan het afbrokkelen zijn, het is in elk geval indrukwekkend uitgestrekt en veelzijdig. Ja, het gaat nog steeds om het ontrafelen van geheime genootschappen en het uitschakelen van hooggeplaatste doelwitten, maar Egypte levert een spelwereld waarin je eindelijk terug wil gaan rondrennen en waar er iets te ontdekken valt. De nauwe straatjes en bakstenen huisjes zijn ingeruild voor hutjes en gammele uitkijktorens, imposante tempels en rietvelden. Het klimmen is terug zo simpel als op eén knop drukken en dat zorgt dat je heerlijk vloeiend een standbeeld van Anubis kan beklimmen of wat dan ook. Nou wil ik niet constant paralellen gaan trekken met The Witcher 3: Wild Hunt, maar het is uiteraard overduidelijk dat ze daar bij Ubisoft erg goed gekeken hebben naar het meesterwerk van CD Projekt Red. Hun Egypte is dan ook een grote map vol dingen om te ontdekken, en is vooral een spelwereld met de nodige variatie. Je hebt woestijn, een gebergte waar je moet oppassen voor bandieten, de imposante steden van Alexandrie en Memphis, de piramides van Gizeh, de Nijlrivier waar je moet oppassen voor nijlpaarden en krokodillen. Het idee dat je in je hoofd hebt van wat je zou willen en verwachten van een game gesitueerd in het oude Egypte is geïmplementeerd in de game.

De gameplay van Assassin’s Creed moest op de schop, dat maakte Syndicate pijnlijk duidelijk in 2015. De reeks had veel te lang geteerd op mechanismen die reeds in de eerste games geïntroduceerd werden en dat resulteerde in verveling bij de trouwe spelers. Origins doet behoorlijk wat om die problemen aan te pakken. Het vechtsysteem is bijvoorbeeld onherkenbaar veranderd. Weg is de eenvoudige combat waarbij je vlotjes alle aanvallen kunt afweren en steeds toeslaan op de counter. Het vechtsysteem vertrouwt nu op hitboxes zowaar, geeft je een zwaard en een schild, de mogelijkheid om te dodgen en af te weren en dat is het zowat. Veel succes! Wacht eens even, is dat niet een beetje zoals The Witcher 3 het deed? Ja, daar komt het wel wat op neer, nietwaar? Het is vooral een erg organisch, realistisch voelend vechtsysteem dat ervoor zorgt dat je best wat moeite doet. Je hebt je lichte snelle aanval, je stevige trage en je moet vooral zorgen dat je blijft bewegen zodat je niet open blijft voor vijandelijke aanvallen. Het is een tikje ouderwets, dat zeker, maar voor een game die zich afspeelt zo een jaar of vijftig voor Christus past het wel. Net als in die andere game die we niet meer gaan proberen noemen kun je ook steeds loot vinden, zowel in pakweg een graftombe als op het lichaam van een verslagen vijand. Zo kan je dus al snel je gewone zwaard inruilen voor sterker wapentuig zoals vlijmscherpe twinblades en ander spul. Uiteraard gaat hetzelfde op voor schilden, bogen en andere delen van je gear. Een groot deel van de fun zit in het vinden van al dat spul en uitzoeken welke het krachtigst zijn en het beste passen bij je speelstijl. Dat je een erg krachtige kerel kan worden is uiteraard tof, maar het zet ook in de verf dan Assassin’s Creed niet langer vooral om stealth draait. Je kan uiteraard met je adelaar, net zoals in elke Ubisoft-game sinds Far Cry 3, op voorhand je tegenstanders spotten en vervolgens rondsluipen en geruisloos moorden. Het kan en is zeker weten leuk met de pijl en boog, maar het is ook traag en er is geen enkele consequentie voor het opzoeken van de confrontatie. Het gaat zelfs zo ver dat de game je haast aanspoort om het gewoon op een vechten te zetten. Het is de enige manier waarop ik een adrenalinemeter die na genoeg hits de mogelijkheid tot een special move geeft kan verklaren. Het toont aan dat Assassin’s Creed anno 2017 een ander soort game geworden is, iets dat niet meteen als een minpunt gezien moet worden. 

De vorige Assassin’s Creed-games waren dus action adventure-games in een sandbox die een stevige focus op stealth legden, Origins vooral een RPG. De spelwereld is een plejade van verhaalmissies, zijquests en nevenactiviteiten en elk van die bezigheden leveren je XP op waarmee je Bayek verder uitbouwt. Ook hier zitten we uiteraard in hetzelfde water te dobberen waarin ook The Witcher 3 al aan het varen was en dat betekent..let op wat je aankan. Je kan niet zoals in vorige Assassin’s Creed-games gewoon vlotjes het verhaal volgen en het meeste wat aan de zijlijn gebeurt negeren, in Origins dien je jezelf onder te dompelen en zoveel mogelijk te doen om het nodige XP te verzamelen. Je kan niet met een Bayek die underleveled is keet kan schoppen tegen tegenstanders die vijf levels hoger zijn, zelfs met een stealth assassination van bovenaf heb je dan de impact van een vervelende mug. Het is gewoon zaak om alles te doen wat binnen de mogelijkheden van je level ligt en zo gestaag XP te verzamelen zodat je Bayek kan uitbouwen en steeds sterkere tegenstanders de baas kunt zonder veel moeite. Het Engelse woord daarvoor is uiteraard grinden en dat moet je toch wat gaan doen in dit Origins, je kan er gewoon niet omheen. Je moet kampen van bandieten ontdoen, personages escorteren naar veiliger plekken, op gevaarlijke beesten jagen, mysteries oplossen. Het zijn variaties op dingen die in vorige Creed-games of spellen als Far Cry al zaten en daar doemt dus ietwat het spook van deja vu op, maar gelukkig maakt de heerlijke setting die Egypte is veel goed. Origins is zonder twijfel een repetitieve game in het gebruik van haar spelmechanismen maar weet dat vaak te verstoppen onder verhalen van vergiftigde krokodilgoden of bezeten cultisten. Ik ben er om eerlijk te zijn nog niet echt uit dat de hoeveelheid aan spul om te doen in Origins nu een plus of minpunt is, ik vrees dat zoiets gewoon erg persoonlijk zal zijn. Het is zonder twijfel een immens grote game waar je ruim 50 uur zoet mee gaat zijn, alleen bestaat een deel van die tijd met het jagen op beesten om betere gear te kunnen maken, het uitschakelen van forten en hun commandant, het oplossen van Papyrusraadsels in de zoektocht naar schatten. Het is werkelijk een game van eb en vloed waarin je verwacht wordt je bezig te houden met de vele zij-opdrachten in de aanloop naar verhaalmissies. De game dwingt je om de tijd te nemen en de spelwereld te beleven, of je het nu wil of niet. 

Nou kun je gaan denken dat ik niet al te happy ben met Origins, maar het tegendeel is waar. Ik heb best wel heel wat plezier beleefd aan de game. Je moet een tikje zijopdrachten grinden voor je een nieuwe verhaalmissie kan doen, maar die is steeds van een heerlijk hoog niveau, zodat de opbouw er heen altijd consequent beloond aanvoelt. Ja, het klopt dat The Witcher 3 haast als een template gebruikt is en dat er veel overgenomen is uit Ubisofts andere reeksen zoals Far Cry en Watch Dogs (die adelaar is gewoon een levende Drone), maar het is zo een uitgebreide geloofwaardige spelwereld vol avontuur en fun dat je gewoon niet al te zuur kan zijn om het gebrek aan eigen unieke ideeën. Het is een game waarin je met een fluitsignaal vliegensvlug je kameel kunt oproepen en gewoon de wijde wereld intrekken op zoek naar wat zich achter die zandduin bevind, of waar je de legendarische bibliotheek van Alexandria kan bezoeken of de sterrenhemel kan bewonderen bovenop de piramides van Gizeh. Dat daar wat herhalingsdrang en recycling op vlak van gameplay tegenover staat vind ik een faire deal. 


Dit is geen onderdeel van de eigenlijke review en wordt waarschijnlijk na een grote patch uit de tekst gehaald, maar het dient uiteraard gezegd. Hoe zit het met de bugs in Assassin’s Creed Origins? Wel, het is in elk geval geen Unity, je zal geen zwevende oogbollen of gamebrekende waanzin aantreffen in deze game. Dat gezegd zijnde blijft het uiteraard een immense openwereld-game en die brengen vaak de nodige problemen mee, ook deze Origins. Ik heb in de game dus de nodige rare animaties zoals een schokkerig springende kameel gezien, textures van gezichten die later laden dan zou horen, een nijlpaard waar ik op moeszt jagen dat plots verdween en een crash of drie van de game. Niks van dit alles maakte de game onspeelbaar of zelfs minder leuk om te spelen, maar als je allergisch bent voor bugs in games is het noemenswaardig. De kans is echter meer dan groot dat dit gedoe binnen een week al weggepatched is, dus het weegt niet door in het reviewcijfer, mede omdat het de ervaring geenszins vergald zoals bij Unity wel het geval was.


Ubisoft speelt voor Assassin’s Creed Origins enthousiast leentjebuur bij The Witcher 3: Wild Hunt en haar eigen franchises zoals Far Cry en Watch Dogs, maar doet dat gelukkig met tonnen ambitie en verve. Je kan opperen dat de vele zijopdrachten gaandeweg wat repetitief worden, maar dit is dan ook een game waar je ruim je tijd voor moet nemen en niet op een paar dagen door racen. Het Egypte van Assassin’s Creed Origins is hoe je het ook draait of keert dus het toneel voor een traditionele videogame, maar dan wel een verdomd goeie die nu al doet uitkijken naar wat de makers in petto hebben voor de toekomst. Origins doet dus wat het moet doen en dat is Assassin’s Creed als reeks terug op de rails zetten.

Good

  • Het Egypte van Origins is een levendige, heerlijke spelwereld
  • Enorm veel te doen
  • Het verhaal en de setting gaan zware onderwerpen niet uit de weg

Bad

  • Ubisoft leent een tikje veel van haar eigen succesreeksen
  • Zij-opdrachten missen net iets teveel variatie
8.6

Sterk

Iedere gamesite heeft die ene toffe, lieve meid nodig die te porren valt voor de schattige platformgames. Hier bij GameParty moeten we het echter nog steeds met Eefje stellen. Een inktzwart gevoel voor humor, ietwat van een grote bek en een voorliefde voor de meest gewelddadige games die je kan bedenken. Dat is Eefje in een notendop.