De grote najaartoppers feature (of waarom je best wat vakantiebudget spaart) deel 2

De grote najaartoppers feature (of waarom je best wat vakantiebudget spaart) deel 2

We pikken gewoon meteen de draad weer op en nemen verder de games onder de loep die dit najaar het meeste kans horen te maken op je zuurverdiende vakantiegeld.

Assassin’s Creed: Origins (27 oktober PS4, Xbox One)
De Assassin’s Creed franchise keert dit najaar terug van niet al te lang weggeweest en daar kunnen we best blij om zijn. Veel heeft wat mij betreft te maken met de setting van de game die met het oude Egypte een gedroomde speeltuin heeft. Het Egypte ten tijde van Cleopatra bied nu eenmaal ruimte voor tal van mogelijkheden, iets dat de beelden van de game al ruimschoots aangaven. De grandeur van de Egyptische beschaving met het oprichten van de piramides en de decadentie van het hof, wat een schril contrast vormt met de uitbuiting van het gewone volk en de slaven, het vereren van de Goden en de invloed van het Romeinse Rijk. Het zijn stuk voor stuk zaken die hun stempel gaan vormen op Assassin’s Creed Origins’ sfeerschepping. Dat is allemaal leuk uiteraard, maar het zou niks betekenen als de gameplay ook niet op de schop was gegaan. Gelukkig zijn er voor Origins genoeg aanpassingen gedaan aan de formule om niet van oude wijn in nieuwe zakken te moeten spreken. Zo is Eagle vision niet meer een mode die je simpelweg activeert om dingen te highlighten, maar is het gewoon effectief een vogel die je de omgeving van bovenaf laat zien. Ja, volledig overgenomen van Far Cry uiteraard, maar het voegt ook aan Creed nu het concept van plannen voor je ten strijde trekt toe. Ook het vechtsysteem is op de schop gegaan met combat die veel minder statisch voelt. Het was in vorige delen ietwat lachwekkend dat je mannetje per mannetje bekampte tijdens grote gevechten, en daarom is het nu mogelijk om de volle 360 graden om je heen te meppen met zwaarden en dergelijke terwijl je moet opletten zelf niet geraakt te worden. Koppel dat alles aan een volledig uitgewerkte wereld vol NPC’s en een dag en nacht cyclus en de nodige RPG-aspecten om je personage volledig naar je smaak op te leiden en je krijgt een game waar niet enkel de fans van de reeks dit najaar wat graag hun tanden in gaan zetten. 

Super Mario Oddysey (27 oktober, Switch)
De snor is eindelijk terug! Laat ons namelijk een schattige kat een kat durven noemen en zeggen dat Super Mario 3D World toch meer een opgepimpte versie van de 3DS-game was en niet de gedroomde sequel op Super Mario Galaxy die iedereen op de Wii U wilde zien. Super Mario Oddyssey is echter eindelijk een terugkeer naar goeie vorm en de gedroomde systemseller voor de Switch dit najaar. Dat doet Nintendo door levels wederom te presenteren als kleine sandboxjes. Toegegeven, zo een gebied als New Donk City stuiter je in een paar minuten door, maar het is door de manier waarop Mario’s versie van New York vormgegeven is, tsjokvol geheimen en mogelijkheden om te springen en ontdekken, dat alles groter lijkt dan het is. Het hoogste gebouw in de stad beklimmen, op een scooter rondrijden, een stijlvol kostuum kopen, touwtje springen….er is veel te ontdekken en er zijn veel manieren om stukjes Power Moon (de nieuwe variant op sterren ) te vinden. Net als in Zelda’s Breath of the Wild gaat deze nieuwe Mario een game worden die niet je handje vast gaat houden en zegt wat te doen, maar je gewoon plezier laat beleven in het spelen en ontdekken en daar ook navenant voor beloont. Hoe meer je probeert, hoe meer stukjes maan je ontdekt en die stukjes maan openen nieuwe werelden. Elegant en geniaal in zijn simpelheid. Dat op zich is al erg indrukwekkend in mijn boekje, maar Nintendo zou Nintendo niet zijn als er geen intrigerende nieuwe gameplay-hook aanwezig was en dat is Cappy geworden. Mario’s pet is een echte partner geworden en fungeert als wapen dat je kan gooien of als platform om net even verder te komen. Nog beter is het gegeven dat je Cappy richting specifieke vijanden kunt werpen en die vervolgens overnemen. Het is een beetje als in The Excorcist waarin je bezit kunt nemen van hun lichaam, met als hilarische bonus dat ze spontaan Mario’s karakteristieke snor krijgen. Mario kan op die manier Bullet Bill’s en Goomba’s overnemen, maar ook zaken zoals tanks, een T-Rex en nog veel meer. De gameplaymogelijkheden die dat geeft doen je haast duizelen. Dat Super Mario Oddysey eén van de beste games van dit najaar wordt durf ik nu al zeggen. 




 
Wolfenstein 2: The New Collosus (27 oktober, PS4, Xbox One)
Wat mij betreft zijn er deze consolegeneraties drie onwijs sterke nieuwe ip’s op gamers los gelaten. Middle Earth: Shadow of Mordor, Horizon: Zero Dawn en Wolfenstein. Maar Eefje, Wolfenstein is toch een oerclassic die al vele games opgeleverd heeft? Yup, maar dan vraag ik je hoeveel die games buiten de basis van het uitgangspunt met elkaar gemeen hebben? Nee, voor mij was Wolfenstein: The New Order een volledig nieuwe start, een brutaal effectieve game die stealth en harde actie wist te combineren tot iets dat meer was dan de som van die delen. Wolfenstein: The New Order is een game gemaakt door een jonge studio die bestaat uit mensen die gewerkt hebben aan culttoppers als Syndicate, Chronicles of Riddick en die eerste The Darkness, en dat zie je keihard aan die game. Dat die getalenteerde bende dan ook, na het succes van het eerste spel, de kans kreeg een sequel te maken is het beste dat Bethesda tijdens de E3 kon aankondigen. Dat en het feit dat we dit najaar de game reeds te spelen krijgen uiteraard. Wat kunnen spelers verwachten van The New Collosus? Om heel eerlijk te zijn, vooral meer van hetzelfde. Hoofdpersonage BJ. Blazkowicz wordt wederom wakker uit een coma, krijgt een gun in de handen geduwd en wordt aangemaand om Nazi’s te gaan moorden. Soms moet er niet al te veel poeha rond motivaties gemaakt worden. Maar wacht even, heel even. De game opent op de ziekenboeg van een onderzeeër die hoorbaar aan flarden geschoten wordt door Duitsers terwijl jij nog wakker aan het worden bent uit een diepe slaap, en je zit in een rolstoel!! Yup, aan het begin van de game dien je jezelf in je rolstoel door de omgeving te banen terwijl je vuurgevechten levert met Nazi’s en uitdoktert hoe je het nemen van de trap kan omzeilen. Dat Wolfenstein nog steeds dat geschifte gevoel voor humor uit The New Order bezit is zeker dus. Dat alles ook nog eens draait op de id TECH6- engine draagt verder bij tot de spelvreugde en zorgt voor een indrukwekkender game. Het enige waar ik me wat zorgen om maak is de releasedatum zo dicht tegen die van Call of Duty WW2 en het idee dat het grote publiek wel eens zou kunnen wachten op die andere WW2 shooter. Dat zou een grote fout zijn, want het campy, keiharde en grappige Wolfenstein: The New Collosus heeft veel meer gemeen met een game als The Darkness dan een Call of Duty. 

Call of Duty: WW2 (3 november PS4, Xbox One) 
Ondanks mijn liefde voor Wolfenstein moet ik toch toegeven dat Call of Duty toch weer hoog op mijn verlanglijstje staat. Enerzijds komt dat omdat ontwikkelaar Sledgehammer met Advance Warfare verantwoordelijk was voor de leukste van alle Call of Duty’s sinds Modern Warfare, maar vooral omdat…fuck al die futuristische shit, we gaan terug naar WW2! Er gaat nog steeds een viscerale aantrekkingskracht uit van het Europese slagveld van 44-45 dat onze generatie vooral kent van een tv-serie als Band of Brothers en om eerlijk te zijn is het dat waar we allemaal op hopen, toch? Het videogame equivalent van Band of Brothers die ons met een platoon soldaten mee neemt van Normandië langs de horror van de Belgische Ardennen naar Duitsland. We willen een singleplayer die ons doet terugdenken aan scénes uit Saving Private Ryan en we willen vooral een Call of Duty die terug gevaarlijk voelt, waarin even achter een muurtje schuilen je health niet terug aanvult en er geen kans is op wallrunnen. Als het Sledgehammer echt lukt het gekende Call of Duty spektakel te laten mengen met het grauwe realisme van de tweede Wereldoorlog, dan krijgen we begin november iets memorabel te spelen. Dat en een goeie ouderwetse multiplayer die eindelijk komaf maakt met al die oppervlakkige bullshit als perks waaru geen touw aan vast te knopen valt moeten voor mij Call of Duty weer stevig op de kaart zetten. Dat moment waarop we voor het eerst in jaren weer die metalige ping horen wanneer de kogelclip van een MI-Garand leeg is zal in elk geval weer bijzonder zijn. 




Crackdown 3 (7 november Xbox One) 
Aan open wereld-games geen gebrek dit jaar, wat betekent dat je van goeden huize moet zijn om je nog te onderscheiden van de concurrentie. Dat doet Crackdown 3 door exact te doen wat deel 1 en 2 al deden, door stevig over the top te gaan. Hoe boeiend dat in de praktijk gaat uitpakken valt nog wat af te wachten. Het ding is namelijk dat ik me erg geamuseerd heb met die eerste Crackdown, maar dat de tweede me niet kon boeien wegens meer van hetzelfde. Om eerlijk te zijn lijkt ook deel 3 niet bepaald veel anders aan te pakken dan die heerlijke eerste game en dat baart me wat zorgen. Je bent wederom een superagent die erg sterk is, voorzien van sterk wapentuig en de kracht om ver te springen. Je bent wederom in een open spelwereld vol geboefte gedropt die je moet uitschakelen en je kunt wederom tientallen groene orbs verzamelen om je krachten uit te breiden. De game gaat zeker leuk om spelen zijn voor nieuwkomers of fans die dol zijn om destructief keet te schoppen, maar in hoeverre komt dat nog uit de verf? Toen de game jaren geleden gepresenteerd werd was er sprake van totale destructie met gebouwen die je tot puin kon herleiden, nu anno 2017 is het behoorlijk stil op dat vlak. Het is nou niet alsof die stad waarin je keet schopt er visueel en stilistisch zo impressionant uitziet met een overdaad aan hoekige kantoorgebouwen en neon zou ik zelfs het woord saai in de mond durven nemen. Daar wringt voor mij nog het meeste het schoentje. Ja, de actie is lekker overdreven, maar als het zaakje te weinig vernieuwt of context bied zie ik al het rennen en springen en knallen al snel eentonig worden. Zal het van de 4 speler co-op afhangen of Crackdown 3 een absolute topper wordt? 

Star Wars Battlefront II (17 november Xbox One , PS4) 
Ik moet eerlijk toegeven dat Star Wars Battlefront voor mij ietwat van een teleurstelling was. Het was een game die ik leuk vond om te spelen, maar het pakte me niet zoals het mij als Star Wars-fan had moeten doen. Sommige van de modi vond ik erg vet om spelen terwijl zaken als capture the flag voor geen meter konden boeien. Dat verder genekt door het totale gebrek aan een singleplayer-component zorgde ervoor dat ik al snel klaar was met de game en zelfs fucking pissed was toen het ding de game of the year-award won op Gameparty. (In hetzelfde jaar als The Witcher 3??). Maar goed, anno 2017 is het tijd voor de sequel en hopelijk ook de revanche. De multiplayer ziet er stukken uitgebreider en vooral genuanceerder uit en het gegeven dat alle DLC gratis wordt toont duidelijk dat er moeite gedaan wordt om de community ruime tijd levendig te houden. Dat is dus allemaal erg tof, maar het is toch echt die campaign waar ik het meest naar uitkijk. Zoals het er nu naar uitziet lijkt een erg interessant verhaal te gaan vertellen die je het perspectief van de soldaten van het Keizerrijk bezorgt. De kans dat dit de beste Star Wars-shooter gaat worden sinds Republic Commando is in elk geval aanwezig en dat lijkt te zorgen dat Battlefront 2 het toonbeeld van een superieure sequel gaat worden. 




En dat waren ze dan, de games die naar mijn gevoel het meest de kans maken om grote ogen te gooien en die het gemis van games als Red Dead Redemption 2 of God of War 4 moet doen vergeten. Welke games gaan jullie sowieso spelen?

Iedere gamesite heeft die ene toffe, lieve meid nodig die te porren valt voor de schattige platformgames. Hier bij GameParty moeten we het echter nog steeds met Eefje stellen. Een inktzwart gevoel voor humor, ietwat van een grote bek en een voorliefde voor de meest gewelddadige games die je kan bedenken. Dat is Eefje in een notendop.