Ik speel nog steeds… Ori and the Blind Forest!

Ori and the Blind Forest

PC Xbox One

Ik speel nog steeds… Ori and the Blind Forest!

Ik speel nog steeds… Ori and the Blind Forest!

Soms heb je van die games waarvan iedereen zegt dat je ze moet spelen. Omdat ze geweldig zijn, omdat ze iets doen wat geen andere game doet. Maar, op dat soort momenten heb je misschien geen tijd om die game te spelen. En dan gebeurt het meest gevaarlijke. Je vergeet de game en speelt ‘m nooit meer.

Het gebeurde bijna met Ori and the Blind Forest, een game die mij door bizar veel mensen werd aangeraden. Geheel terecht wanneer je bedenkt dat de game een 8.8 heeft op Metacritic. En het was niet dat de platformer van Moon Studios, die exclusief voor Microsoft was, me niet aan sprak. Natuurlijk zag ik de briljant mooie screenshots, las ik verhalen over mensen die daadwerkelijk ontroerd raakten door de game en wist ik dat de muziek fantastisch was. Maar ik had gewoonweg geen tijd. Het leven zat in de weg. Andere games zaten in de weg. Werk zat in de weg. En ergens knaagde dat aan me. In diverse podcasts die ik luister werd de game de hemel in geprezen, dus ook onderweg op de fiets kwam de gedachte aan Ori vaak langs. En dat bleef zo. Tot Ori and the Blind Forest: Definitive Edition recentelijk voor tien euro te downloaden was in een Deals with Gold-week. Ik kon het niet laten en kocht de game.

Ik heb geen seconde spijt gehad van mijn aankoop. Al binnen enkele seconden weet Ori je binnen te halen. Door die muziek, door die grafische pracht. Door het hartverscheurende verhaal dat je dingen laat voelen, meteen in het begin van het spel. Denk aan Pixar’s Up, en hoe ze daar het begin gebruiken om een romantisch verhaal te vertellen om daarna je hart te breken. Ori doet hetzelfde. En op een zeer geslaagde manier. Het Nibelbos is stervende. Als een krachtige storm een serie verwoestende gebeurtenissen heeft ontketend, moet jij, Ori, al je moed bij elkaar rapen om de duisternis tegen te gaan. Niet alleen voor jezelf en degene waar je van houdt, maar om je thuis te redden. Ori and the Blind Forest vertelt het verhaal van een jonge wees die voorbestemd is om grootse dingen te doen. De manier waarop Moon dit in beeld bracht denkt op momenten aan de beste tijd van Walt Disney. De handgeschilderde graphics zijn verbluffend.

Ori doet denken aan de oude ‘Metroidvania’s’: games waarin in feite de complete wereld open is, maar waar je niet meteen overal in kunt. Deuren zijn gesloten, objecten zijn te hoog. Die ene schakelaar zit te ver onder water. Door het verhaal te volgen en je door het bos te laten leiden, weet Ori steeds behendiger te worden. Er worden steeds meer mogelijkheden vrijgespeeld waardoor die ene geblokkeerde passage nu ineens wel open te krijgen is omdat je hoger kunt springen. Dat hele bos dat onder water ligt is ineens te bezoeken wanneer Ori leert zwemmen. Het vrijspelen van deze upgrades voelt nooit makkelijk, je moet er behoorlijk wat werk voor doen. Want mocht het onverhoopt niet zo zijn overgekomen: Ori and the Blind Forest is geen makkelijke game. Hoewel de grafische kwaliteiten misschien laten denken dat dit een platformer is uit het straatje Rayman, is Ori een stuk lastiger. Je gaat dan ook niet enkele keren dood tijdens je avontuur, nee, je legt vele malen het loodje. De game zit echter zo goed in elkaar dat een sterfgeval altijd jouw schuld is. De game is onvergeeflijk, maar niet oneerlijk. Wanneer je de befaamde Ginsu Tree eindelijk weet te snappen klap je even in je handen. Je hebt een prestatie neergezet. Maar je denkt er niet te lang bij na, je wil meteen weer door.

Het feit dat Ori een klein wezentje is in een grote wereld vol gevaren, brengt kwaliteiten met zich mee. Je moet Ori in leven zien te houden, koste wat het kost. En daar wil je dan ook gewoon voor gaan. Ori is zo’n game die je voor een minuutje of tien kunt spelen en toch progressie boekt, maar je stiekem veel langer bezig wil houden. Even een potje Ori spelen resulteerde al vaker dan eens in sessies van meer dan een uur. Dit is zo’n game die je niet neer kunt leggen. En hoewel Ori geen lang spel is, heb ik ‘em op moment van schrijven nog niet uit. Ik ben pas op de helft. Ori kan inmiddels zwemmen en ik achtervolg een grote, gevaarlijke uil. Ik weet nog niet waar dit avontuur me gaat brengen, maar ik kan ook niet wachten om dit spel tot een einde te brengen. Het spelen van Ori heeft me letterlijk een avontuur laten beleven dat wat met me deed. Ja, ik voelde het ook, al na enkele minuten spelen. Ik begreep waarom mensen zo bleven pushen dat ik Ori een kans moest geven. En nu ik dat gedaan heb ben ik blij dat ik de stap gezet heb. Binnenkort wil ik dan ook even de tijd gaan nemen om de game tot een einde te brengen. Even het leven aan de kant zetten. Even andere games aan de kant zetten. Even m’n werk aan de kant zetten. Even Ori tot een einde brengen. Voordat het nieuw aangekondigde vervolg later mij opnieuw gaat emotioneren. Dit keer ben ik er echter op dag één bij.

Heb je Ori and the Blind Forest nooit gespeeld? Heb je een Xbox One of een PC? Wacht dan niet langer. Doe jezelf een lol en koop deze game. Gewoon meteen digitaal aanschaffen en gaan spelen. Ik kan je garanderen dat je er geen seconde spijt van gaat hebben. Ori is een game die je gespeeld moet hebben, die laat zien hoe goed een game kan zijn in al haar simplisme. Ori is een waar meesterwerk.

All-round geek met een gigantische liefde voor Star Wars. Schrijft sinds 2005 over games en is een lopende film/game encyclopedie. Wakker te maken voor een goede game op Xbox Live (Havoc NL) of een bord lasagna. Streamt geregeld via Mixer en praat over films op Letterboxd.