Ik speel nog steeds….L.A.Noire!

Ik speel nog steeds….L.A.Noire!

Mama, is dat die kerel van Mad Men?? Dochter Luna heeft de jongste tijd duidelijk de gamemicrobe te pakken en had duidelijk een nieuwe schat aangetroffen op haar plundertocht door mijn oude speelgoedkist waar ik uitgespeelde spellen in bewaar. Yup, dat was inderdaad Ken Cosgrove uit Mad Men die op het doosje prijkte, in een blits jaren ’40 detective outfit. Luna had L.A. Noire gevonden, een game waarvan ik mezelf verzekerd had dat ik ze had verkocht. Een daad waar ik in mijn gedachten altijd een tikje spijt van had gehad omdat het een unieke game is die ik dolgraag had gespeeld. Al die tijd gewoon onderaan mijn speelgoedkist dus, onder exemplaren van Mario Galaxy 2 en The Witcher 2 verstopt.

Er zit slechts één ding op wanneer je na een jaar of vijf plots een geliefde game herontdekt: opnieuw spelen die handel! Nadat je uiteraard eerst L.A. Confidential nog eens in de blu-rayspeler gestopt hebt, gewoon omdat dat ook één van je favoriete films is en het een heerlijk goeie manier is om in de juiste sfeer te komen. Die sfeer van stoere onverstoorbare flikken in de zee van corruptie, groezeligheid en valse glitter die het L.A van de jaren veertig is, dat is iets dat zowel Noire als Confidential delen en het is waarschijnlijk daardoor dat de game zo’n succes was bij me. Als je het puur als een videogame gaat bekijken, dan is L.A. Noire een adventuregame met een groot budget, een traag tempo en erg rare gameplaymechanismen. Het is gebrekkig, om het zacht uit te drukken. En toch, toch blijft het voor me echt genieten om de controller op te pakken en in een virtueel Raymond Chandler-verhaal te duiken. De juiste sfeer is een belangrijke katalysator voor een beleving, en L.A. Noire heeft nog steeds sfeer in overvloed.




Visueel is de game uiteraard verouderd. Een jaar in videogameland is een beetje zoals hondenjaren: de tijd evolueert snel en vijf jaar verschil, dat merk je. We zijn ondertussen het Los Santos van Grand Theft Auto V gewoon en dan voelt het L.A van 1947 uiteraard helemaal als een tijdscapsule aan. Dat gezegd hebbende is het wel overduidelijk dat er een stevig budget van 50 miljoen aan de game besteed werd, want het haast waanzinnige gevoel voor detail maakt nog steeds indruk. De typerende architectuur met art deco invloeden, de stijlvolle mode van die tijd, de tramgeluiden en de muziek van de Andrew Sisters die uit passerende autoradio’s komt. L.A. Noire is allesbehalve een GTA, daar was RockStar erg duidelijk over, en het rondrijden in de stad is dan ook louter functioneel bedoeld, van crimescéne naar getuige naar het politiestation. Het is geen sandbox in de strikte zin van het woord dus, maar je kan wel lekker nutteloos rondrijden als je dat graag wilt. Het is ergens grappig dat ik eigenlijk niet echt fan ben van het Los Angeles anno 2016. Het is er drukkend warm, groezelig en een tikje ongezellig op vele plekken, maar het L.A. van Noire in die jaren veertig-setting blijf ik best leuk vinden om in rond te rijden en de landmarks erin te spotten. Het Grauman Chinese theater , city hall, de teerputten van La Brea en uiteraard ook het klassieke Hollywoodland sign. Uiteraard zijn er af en toe wel een soort van zij-quests te doen zoals bankovervallen die je kan verijdelen, maar de actiemechanismen van de game waren in 2011 al rudimentair en dat wordt vijf jaar later enkel extra duidelijk.

Uiteraard zijn het rondrijden en de actiestukjes slechts afleidingen van de kern van de game en dat zijn de cases. Je personage Cole Phelps, doorloopt diverse zaken als rechercheur voor de traffic-, moord-, brandstichting- en zedensectie van het bureau en hoewel elke case een eigen insteek heeft, komt het in de praktijk steeds op hetzelfde uit. Rijd naar de crimescéne, verzamel bewijzen, ondervraag getuigen, verzamel meer bewijzen en zoek een verdachte. Dat klinkt op papier uiteraard een stukje saai en traag om spelen is het zeker en vast wel, maar ik geniet echt van het feit dat elke case een eigen verhaal vertelt. Het is echt fun om de gedetailleerde omgevingen af te speuren op zoek naar bewijsmateriaal in een game die er niet voor terugdeinst om de gevolgen van bruut geweld op het scherm te brengen.




Het enige echte pijnpunt van de game zijn de ondervragingen. Het is geinig om veel van de acteurs uit Mad Men dankzij de freaky gezichtscapture-technologie te spotten, maar tonaal gaan de ondervragingen vaak uit de bocht. Je hebt je bewijzen op zak en je hebt de mogelijkheid om te reageren op verklaringen van getuigen met truth, doubt of lie. De grap is echter dat Cole wanneer je doubt kiest vaak nogal agressief uit de hoek komt, soms zelfs gewoon batshit crazy. Dus dan krijg je gevallen waarbij Cole een verkracht meisje ondervraagt waarbij je vermoedt dat ze iets achterhoudt, je zodoende doubt kiest en hij haar bijna haar strot afbijt. Op die momenten schieten de game en de geloofwaardigheid van de setting wat van de rails. De reden voor die gekkigheid is dat de game oorspronkelijk bedoeld was om coax, force en lie te gebruiken, en dat force dus een hardere aanpak zou betekenen. Uiteindelijk hebben ze er doubt van gemaakt, maar zijn ze wel de opgenomen voice acting blijven gebruiken, wat dus voor erg rare resultaten zorgt soms. Cole Phelps komt vaak ietwat als een complete lul over die oude omaatjes en slachtoffers uitscheldt als het hem niet meteen zint. Ergens is dat wel grappig ook.

Ondanks dat ene minpunt blijft L.A. Noire voor mij echter nog steeds een erg leuke, erg speelbare game die zelfs vijf jaar na release nog steeds van een uitmuntende sfeer kan genieten. Het blijft gewoon een redelijk unieke game.

Iedere gamesite heeft die ene toffe, lieve meid nodig die te porren valt voor de schattige platformgames. Hier bij GameParty moeten we het echter nog steeds met Eefje stellen. Een inktzwart gevoel voor humor, ietwat van een grote bek en een voorliefde voor de meest gewelddadige games die je kan bedenken. Dat is Eefje in een notendop.